1
a. Maak met behulp van een schema (met uitleg) duidelijk hoe het drieslagstelsel werkt.
b. Stelling: Toen de boeren het drieslagstelsel hadden ingevoerd, hadden ze het drukker dan in de tijd vóór het drieslagstelsel.
Leg uit of je het met de stelling eens bent, of niet.
2
a. Wat zijn herendiensten?
b. Geef twee voorbeelden van herendiensten.
c. Waarom maken herendiensten het leven van een horige zwaarder dan dat van een vrije boer?
d. Maak duidelijk dat de horige niet tegen de leenman kon zeggen: “Ik weiger, ik doe die herendiensten niet!”
3
In de middeleeuwen was de bevolking verdeeld in drie standen. Neem het schema over.
Wie?
|
Taak of plicht
| |
Eerste stand
| ||
Tweede stand
| ||
Derde stand
|
4
a. Schrijf in de tweede kolom de namen van de drie standen op de juiste plaats.
b. Geef in de derde kolom aan welke taak of plicht elk van de standen had. Gebruik steeds maar één woord.
c. Waarom twijfelde niemand aan de verdeling in standen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten